Fysiotherapie@work voorbeeld rapport

voorbeeld rapport

Rapport
Een onderzoek naar de effecten van preventieve fysiotherapie en ergonomie op lichamelijke klachten en ziekteverzuim.

Inleiding
Fysiotherapie@work heeft een meting verricht onder het personeel teneinde enig inzicht te verkrijgen in de fysieke staat van de werknemers. Deze meting was de eerste uit een serie van jaarlijks terugkerende metingen. Deze meting is hierdoor de ‘nulmeting’.
Fysiotherapie@work heeft de eerste meting na 1 jaar uitgevoerd. De resultaten zijn de verschillen t.o.v. de nulmeting.
Hierbij moet worden opgemerkt dat de vergelijking in de metingen alleen relevant is als binnen het bedrijf geen grote organisatorische wijzigingen hebben plaatsgevonden met significante veranderingen in de werksituatie van de werknemers (zowel in de positieve als negatieve sfeer). Voor zover bij Fysiotherapie@work bekend, hebben het afgelopen jaar geen ingrijpende wijzigingen plaatsgevonden zodat de meting een realistisch beeld geeft van de veranderingen.

Verantwoording
De opzet van de meting is gericht op het onderzoeken in welke mate werknemers fysieke klachten vertonen die tot RSI kunnen lijden. Heel uitdrukkelijk moet gesteld worden dat de meting niet aantoont wie er RSI heeft en wie niet. Al was het maar omdat er over de definitie van RSI in de wetenschappelijke zin nog geen consensus bestaat. Tevens is geen gebruik gemaakt van een controlegroep omdat dit onderzoek niet het doel van onze aanwezigheid binnen XXXXXXXXX is, echter een middel om wat nader inzicht te verkrijgen in ons eigen handelen. Het doel van onze aanwezigheid is het verminderen van de kans op arbeidsgerelateerde klachten en hierbij moet iedere werknemer de kans krijgen zich te laten behandelen.

Voor de meting is gebruik gemaakt van een vragenformulier met 29 ja/nee vragen die opgesteld zijn aan de hand van de huidige kennis over RSI. Het vragenformulier is onderverdeeld in:

1.Klachten aan de rug
2.Klachten aan nek/schouder regio
3.Klachten aan de arm/elleboog
4.Klachten aan de pols/hand
5.Algemene vragen

Om de validiteit van de meting te vergroten en de privacy van de werknemers te waarborgen is de meting anoniem uitgevoerd.
Formulieren die verkeerd of helemaal niet zijn ingevuld, zijn uit de meting weggelaten.
De analyse is uitgevoerd met behulp van Microsoft Access, Microsoft Query en Microsoft Excel. Fysiotherapie@work heeft de vrijheid genomen om relaties te leggen tussen de gegevens waarvan zij de indruk hebben dat zij relevant zijn. Indien u andere relaties zou willen zien, dan zijn wij gaarne bereid deze voor u te maken.
De meting is uitgevoerd onder 58 werknemers na correctie van verkeerd of onvolledig ingevulde formulieren.

In grafiek 1 is heel duidelijk zichtbaar dat er over de gehele linie sprake is van een procentuele afname van het aantal klachten voor wat betreft lichte, matige en forse klachten. Hierdoor is uiteraard het totaal aantal klachten procentueel afgenomen.
Om deze afname te verduidelijken is in grafiek 2 de relatieve afname weergegeven tussen de nulmeting en de 1 jaars-meting. Opvallend in de grafiek is de relatief sterke afname van het aantal ‘matige klachten’.
Bij aanvang van onze werkzaamheden hebben we gesteld dat de groep ‘matige klachten’ onze doelgroep voor behandeling zou zijn. Er vanuit gaande dat werknemers met ‘lichte klachten’ onze behandeling niet direct nodig zouden hebben en dat werknemers met ‘ernstige klachten’ zich al onder behandeling van een externe hulpverlener hadden gesteld. Ondanks dat zich voor behandeling alle drie de categorieën hebben aangemeld, heeft de nadruk toch gelegen op de behandeling van werknemers met ‘matige klachten’. Dat nu ook in deze categorie de grootste afname van het aantal klachten te zien is lijkt logisch, en lijkt tevens een goed punt voor de werkzaamheid van onze behandelingen.

Grafiek 1.

Grafiek 01

Grafiek 2.

Grafiek 02

Zonder er verdere conclusies aan te verbinden kan gesteld worden dat het totaal aantal klachten met bijna 16% is afgenomen.


Grafiek 3 geeft een beeld van het aantal dat:

1. onder externe professionele behandeling staat.
2. hinder tijdens hun werk ondervindt door fysieke klachten.
3. zich het afgelopen jaar voor 1 of meer dagen ziek gemeld heeft als gevolg van de door ons onderzochte fysieke klachten, en tevens heeft aangegeven dat er naar hun mening een relatie is tussen hun klachten en de werkzaamheden.
4. zich het afgelopen jaar voor 1 of meer dagen heeft ziekgemeld als gevolg van de door ons onderzochte fysieke klachten.

Grafiek 3.

Grafiek niet gevonden

Grafiek 4 laat de relatieve verandering zien t.o.v. een jaar geleden.

Ad 1.) Dit is waarschijnlijk het gevolg van de talloze adviezen die wij hieromtrent hebben gegeven bij werknemers die ernstige klachten vertoonden. Wij hebben deze adviezen gegeven omdat wij ons bewust zijn van het feit dat binnen de huidige werkwijze (hierbij met name doelend op de frequentie van onze aanwezigheid) deze werknemers niet afdoende door ons geholpen konden worden.
Ad 2.) Ruim 11% van de werknemers heeft aangegeven minder hinder van hun klachten te ondervinden tijdens hun werkzaamheden.
Ad 3.) Van de groep werknemers die aan hebben gegeven dat zij een relatie zien tussen hun werk en hun klachten heeft een kleine 36% zich minder vaak met deze klachten ziek gemeld voor 1 of meer dagen.
Ad 4.) Bijna 65% heeft zich het afgelopen jaar minder ziekgemeld, voor 1 of meer dagen, dan een jaar eerder met de fysieke klachten zoals door ons onderzocht.

Grafiek 4.

Grafiek 04

De laatste grafiek grafiek 5 is gebaseerd op vragen die niet in de nul-meting waren opgenomen, daar zij toen nog niet van toepassing waren.

1)Op de vraag of zij onze behandelingen als positief hadden ervaren gaf 100% een bevestigend antwoord.
2)Op de vraag of zij baat hadden gehad bij onze behandelingen gaf 96% een bevestigend antwoord.
3)Op de vraag of zij onze werkzaamheden (alle aktiviteiten die wij binnen XXXXXXXXX uitvoeren) zinvol vinden gaf bijna 81% een bevestigend antwoord.
4)Op de vraag of wij naar hun mening onze werkzaamheden binnen XXXXXXXXXX moeten continueren gaf bijna 89% een bevestigend antwoord.
5)Op de vraag of zij de huidige behandelfrequentie van 1 keer per 2 weken verhoogd willen zien gaf bijna 39% een bevestigend antwoord.
6)Op de vraag of zij de huidige behandelfrequentie van 1 keer per 2 weken verlaagd willen zien gaf 0% een bevestigend antwoord.

Grafiek 5

Grafiek 05

Conclusie:

Er is een duidelijke afname te zien in het aantal werknemers dat met orthopedische klachten aan het bovenlijf kampt. De meest significante afname doet zich voor bij werknemers met ‘matige klachten’. Opvallend is dat dit ook de groep is waar we bij aanvang de meeste aandacht aan hebben gegeven.
Relevant is ook de forse afname van het aantal mensen dat zich met deze klachten heeft ziekgemeld voor 1 of meerdere dagen in het afgelopen jaar.
Het is duidelijk dat de waardering van de individuele werknemer t.a.v. onze dienstverlening hoog is. Op dit vlak zal bij een eventuele volgende jaarmeting voor ons weinig te winnen zijn. Hooguit iets te verliezen. Voor ons een grote uitdaging.
Voor wat betreft de behandelfrequentie kan gesteld worden dat het in de menselijke natuur ligt om altijd meer te willen. Aangezien deze frase ook op ons van toepassing is hebben wij hier geen mening over.

 

Fysiotherapie@work
Sies Cuppens